Vorig jaar zomer startte De Loop het eerste verhaal uit de serie “oorlog en bevrijding in de regio” en hoewel met name de ouderen onder ons geen allerbeste herinneringen hebben aan deze moeilijke tijd waren de vele positieve reacties reden genoeg om dieper in te gaan op dit onderwerp. Opvallend was, dat er ook vele jongere lezers uit de regio reageerden. Zij vonden het enorm interessant, om bijvoorbeeld te weten hoe het leven er tijdens de oorlogsjaren voorstond. In het bijzonder omdat de verhalen voor het overgrote deel betrekking hadden tot hun eigen omgeving, waar ze immers zelf zijn grootgebracht. Inmiddels na 60 jaar, Goddank nog altijd in een periode van vrede en vrijheid.
Tot aan de bevrijding van Mierlo en Helmond die in september 1944 plaatsvond. Werd bijna wekelijks uitgekeken naar een nieuwe aflevering. En hoewel wij nooit hebben aangekondigd dat de publicatie van de serie na bovengenoemde datum zou stoppen, is het toch een hele tijd stil geweest… Niet verwonderlijk dat de trouwe lezers van tijd tot tijd informeerden of er misschien binnenkort nog wat te verwachten viel… Overigens moeten wij benadrukken dat deze reacties altijd erg vriendelijk overkwamen maar helaas toch soms niet altijd te beantwoorden. Een voorbeeld is het recente telefoontje van een wat oudere man die in de eerste seconden van het gesprek, kort maar krachtig de volgende vraag stelde: “Wanneer begint dien oorlog wir bai jellie”…
Even werd het stil na deze abrupte vraag, en voordat het goed bij ons doordrong, kwam het antwoord, dat wij nog altijd veel plezier hebben met deze “hobby” en dat er eigenlijk onderling nog nooit sprake is geweest van een oorlog… Gelukkig werd snel duidelijk dat het niet om dát soort van oorlog ging en toen was het antwoord natuurlijk een stuk eenvoudiger… Tegenover de mijnheer van het telefoontje hebben wij in ieder geval onze belofte gehouden, want deze week publiceren wij de eerste aflevering van een nieuwe reeks met foto’s en verhalen over de oorlog en bevrijding in de regio.
Bertje
“Wat in ’t vat zit verzuurt niet”, dat is vele malen de geduldige uitspraak geweest van deze persoon die wij in ditmaal onder de aandacht brengen. Een deel van de documentatie die u hier terug kunt vinden, werd namelijk al voor het eerst samengesteld in het najaar van 2004. De noodzakelijke aanvulling is vorige week verder afgerond.
Misschien is het overbodig om u dhr. Bert van den Bersselaar voor te stellen, want wie hem niet kent als voormalige portier van het Elkerliek (Lambertus ziekenhuis) heeft hem in deze regio zeker wel eens voorbij zien komen, altijd onafscheidelijk met zijn hondje “Pup” onder de arm, in de schoudertas of zelfs voor in de mand, aan het stuur van zijn fiets. Bert is geboren en opgegroeid in de 3e Haagstraat te Helmond West en tegenwoordig in een zorgwoning aan het Alphonsusplantsoen. De vele nachtdiensten die Van de Bersselaar draaide, toen hij nog portier was, hebben hem nooit gedeerd. In de nachtelijke uurtjes van zijn dienst kon hij zich tussendoor rustig toeleggen op zijn hobby die tot op de dag van vandaag bijna alles te maken heeft met de 2e W.O.
“Ramptoerisme”
Kort gezegd valt zijn “levenswerk” te omschrijven als “Crashdeskundige”. Bert boeit zich namelijk al vanaf zijn jeugd voor de luchtvaart. Als jongen tijdens de oorlog werkte hij als bediende in een magazijn van de vliegtuigfabrikant Fokker, welke ook een afdeling had in een fabrieksloods op het terrein waar nu de Helmondse nieuwbouwwijk Suytkade herrijst. Blijkbaar bestond er vroeger ook al een vorm van “ramptoerisme”, want wanneer er tijdens de oorlog een vijandelijk of geallieerd toestel werd neergehaald trok zo’n crash natuurlijk veel belangstelling. Nieuwsgierig gingen jong en oud soms met gevaar voor eigen leven, zo dicht mogelijk naar het wrak om maar een glimp te kunnen opvangen van de situatie. Bij sommige ooggetuigen heeft dit diepe indruk achtergelaten. Ook bij Bert, want na de bevrijding bleef hij zijn interesse behouden en zijn hele verdere leven bezocht hij talloze locaties tot ver buiten de regio, op zoek naar sporen of resten van een vliegtuigcrash.
Van de Bersselaar is een echte nachtdraver. Voorheen maakte hij aantekeningen tijdens zijn werk als hij weer eens een keer nachtdienst had, maar ook tegenwoordig thuis kan hij maar niet te bed komen. De aantekeningen die hij zelf heeft gemaakt zijn inmiddels uitgegroeid naar complete boekwerken voorzien van foto’s en andere documentatie. Het kost hem ook weinig moeite om iets terug te vinden, als je bijvoorbeeld meer wilt weten over een bepaalde vliegtuigcrash. Toch blijft hij ondanks zijn uitgebreide deskundigheid zelfs nu nog op zoek naar nieuwe aanknopingspunten. Zo ging hij in oktober vorig jaar op pad met Mierlo-Houtenaar Wim Dekkers. Voor ons en in het bijzonder voor Bert was het die middag een leerzaam “uitstapje”. Bovendien had hij die zelfde avond weer een nieuw verslag te schrijven. “Desnoods weer tot diep in de nacht”, lacht Bert…Het zit nu nog vers in mijn geheugen”
Onderdeeltjes van het toestel en het zuurstofmasker van de piloot. Deze zijn in de 80ejaren opgeraapt door Leon van Ansem op het weiland bij Oxrooi waar de crash plaatsvond.
Crashlocaties
Op deze pagina o.a. een overzichtskaart en informatie over tenminste een drietal bekende vliegtuigcrashes in 1944. In alle gevallen ging het om een toestel van het type Lockheed P38 Lightning in de volksmond van toen ook wel een “dubbelstaarter” genoemd. De P38 was geen echt gevechtsvliegtuig dus een gemakkelijke prooi voor vijandelijke jagers. Diverse luchtgevechten hebben boven de regio plaatsgevonden waarvan de meest bekende op 31 januari ‘44 neerstortte in het gebied tussen de Eenselaar en het Oxrooi in Stiphout. (Num. 1 op de kaart) De piloot Hodkinson. L redde zich met parachute en lande in de buurt van zijn toestel. Hij werd opgevangen en van andere kleding voorzien door H. Lambrechts, (destijds gem. raadslid van Stiphout) en overgebracht naar Kasteel Croy voor een verdere aftocht.
(Num. 2 op de kaart) Mei ‘44 Als kleine jongen sprong Antoon bij zijn vader Frans Coolen achter op de fiets nadat zij vanuit de groentetuin in de Slegersstraat een getroffen P38 met rokende en brandende motor in westelijke richting zagen neerdalen. Samen met hen, trekken vele andere ooggetuigen richting Papenvoortse heide waar het toestel is neergestort. De piloot Morris Bens kwam om het leven. In de nabijheid van de crash vonden Antoon en zijn vader een ongeschonden tandwiel dat jarenlang dienst deed als kaarsenstandaard op het dressoir in de huiskamer. (nummer 3 op de kaart)betreft een P38 die op de zelfde dag als het toestel bij Oxrooi (31 jan 1944)betrokken raakt bij een luchtgevecht, het daalt af richting Nuenen/Tongerle en crasht in de buurt van de watermolen en de Collse Hoeve. De piloot komt het leven, zijn naam is bij ons niet bekend. Bij deze crash waren talloze ooggetuigen, waarvan sommigen slechts vaag en weer anderen heel helder en exact wisten te vertellen waar precies het toestel zou hebben gelegen, voordat de Duitsers het wrak lieten wegruimen. Wim Dekkers was samen met zijn vader in de directe omgeving aan het werk toen de P38 al brandend op de grond terecht zag komen.
Lockheed P38 Lightning in de volksmond van toen ook wel een “dubbelstaarter” genoemd.
Deze middag in oktober 2004 staat hij samen met Bert, exact op de plaats waar het toestel neerkwam. Dekkers verteld dat de heidegrond na de oorlog werd ontgonnen waarbij een dikke laag grond is afgevoerd. Een zoektocht met de metaaldetector naar resten van de crash leek dus zinloos. Desondanks is Bert in zijn nopjes met deze nieuwe en directe informatie!