Door Jan Coolen

Herinneringen aan de bevrijding en de periode daarna; Vaak gingen we naar het Helmondse zwembad. Dat gelegen was op de Kanaaldijk Zuid, niet ver van waar nu de gemeentelijke milieustraat is gevestigd. Altijd als wij dan in de jaren na 1944 over de Parallelweg liepen naar de kanaalbrug (alles ging te voet), vertelden we tegen elkaar dat bij de spoorwegovergang aan de Hoofdstraat in Mierlo-Hout het spoorwachterhuis was weggebombardeerd en dat iets verderop, naast bakker Dirks, het huis van de “Witte Piet” hetzelfde lot had getroffen; de puinhoop is nog bijna tien jaren te zien geweest. Veestraatbrug Vaak gingen we naar het Helmondse zwembad. Dat gelegen was op de Kanaaldijk Zuid, niet ver van waar nu de gemeentelijke milieustraat is gevestigd. Altijd als wij dan in de jaren na 1944 over de Parallelweg liepen naar de kanaalbrug (alles ging te voet), vertelden we tegen elkaar dat bij de spoorwegovergang aan de Hoofdstraat in Mierlo-Hout het spoorwachterhuis was weggebombardeerd en dat iets verderop, naast bakker Dirks, het huis van de “Witte Piet” hetzelfde lot had getroffen; de puinhoop is nog bijna tien jaren te zien geweest. Dat op de hoek van de woningbouw vier mensen waren omgekomen door een bom en dat bij de Haagse overweg de twee kinderen van de familie van Wetten (van de Hoofdstraat) uit Mierlo-Hout op dezelfde wijze waren omgekomen; ik heb nog altijd het ontroerende gedachtenisprentje. De trambrug, naast de spoorbrug, stak nog vele jaren troosteloos uit het water en het grote feest in 1947 van de herstelde nieuwe Veestraatbrug herinner ik me nog als de dag van gisteren. Mijn tweelingbroer en ik zijn daar te voet naar toe gegaan. Heel Helmond was uitgelopen en echt alle verenigingen paradeerden door de Veestraat; het leek wel of de bevrijdingseuforie opnieuw werd overgedaan. Nog weer jaren later werd het bevrijdingsmonument op het Willem Prinsenplein onthuld. En elk jaar zagen we uit naar de bevrijdingsherdenking als het op 5 mei dansen was op de Markt, het Sassenplein en in de “Rooij Buurt”. Dat dansen, georganiseerd door de Oranjevereniging, vond plaats tot de zestiger jaren. Dat gebeurde gewoon op straat en de gemeente had daarvoor “graanstroisel” gestrooid. Om de “dansvloer” liepen de jongens en meisjes gescheiden in twee rijen en die een oogje hadden op elkaar, keken bij elke rondgang elkaar aan. Velen uit Helmond hebben op een van die 5 mei bevrijdingsavonden verkering gekregen en zijn daarna getrouwd. Elk jaar ging ik trouw naar de dodenherdenking, in MIerlo op het Brits Militair kerkhof (bij ’t Wolfsven) langs de weg over de ”Nieuw Brug”, want voor de jonge kerels die bereid waren geweest hun leven te geven voor onze bevrijding had ik extra veel belangstelling en vooral dankbaarheid.De kinderoptocht van bevrijdingsdag 1960 trekt over de Hoofdstraat. Op de achtergrond hebben we een goed beeld van woningen/ winkels en andere gebouwen die veelal verdwenen zijn of hedendaags niet meer te herkennen. (Fotocollectie: Anneke van Bokhoven/Dupré)
De 101e Airborne Division Totdat ik in 1975 in Eindhoven ging wonen en iemand mij attent maakte op de Vereniging van Airborne Vrienden; een vereniging uit Zuidoost Brabant die al vanaf 1967 nauwe banden onderhoudt met de bevrijders en met name met de veteranen van de Amerikaanse 101st Airborne Divisie die bij Son zijn geland en vandaar uit Eindhoven en de gemeenten tot Veghel hebben bevrijd, tijdens hun opmars in september 1944 naar het einddoel Arnhem. Die luchtlandingsdivisie maakte een doorgang (corridor) vrij voor het Britse Tweede Leger (120.000 soldaten), dat in drie korpsen, van elk 40.000 soldaten, vanaf de Belgische grens, richting Arnhem trok. Het 30ste korps ging door de Corridor, de smalle doorgang van Valkenswaard via Eindhoven en Veghel naar Arnhem (ook wel Hell’s Highway genoemd). Het 8ste korps beschermde de corridor aan de Helmond-zijde (die hebben ook Helmond bevrijd) en het 12e korps aan de Tilburg-zijde. Had ik in 1975 geweten dat er in ZO-Brabant ook een vereniging was die banden onderhield met Britse oud-strijders, namelijk het British Legion, dan was ik wellicht daar lid van geworden; de helaas overleden Mierlo-Houtenaar Antoon Meulendijks, van de Parallelweg, is daarvan meer dan veertig jaar secretaris geweest. Vanaf dat lidmaatschap ging ik me nog nadrukkelijker verdiepen in wat de bevrijders precies hadden gedaan en doorstaan. Omdat de 101ste Airborne Divisie in Normandië was geland (D-Day), hier had gevochten (operatie Market Garden) en na Bastogne (Slag om de Ardennen) door vriend en vijand tot de meest heroïsche divisie uit de gehele Tweede Wereldoorlog werd uitgeroepen, was en is nog steeds voor mij geen boek veilig over deze drie operaties en vooral over de rol van de 101ste Airborne Divisie daarbij. Meer dan 400 waar gebeurde boekbeschrijvingen heb ik over de periode van deze drie operaties. Al bijna 30 jaar correspondeer ik met veteranenfamilies van de Amerikaanse 101ste Airborne Divisie (gemiddeld zo’n 25 uur per week), bezoek hun in Amerika (12 maal gemiddeld 3 weken) en help intensief mee met grote ontvangsten bij jubileumherdenkingen van Eindhoven tot Nijmegen. Ik schrijf al jaren een vaste rubriek van 2 pagina’s in hun divisieblad, dat onder andere ook wordt verspreid onder de Amerikaanse 101-gelegerden in Irak. Ik organiseerde luchtlandingen met veteranen uit die tijd in 1989, 1995, 1999 (de jongste was 79, de oudste 84). Al meer dan 10 jaar gids ik, gedurende het gehele jaar, veteranen, hun familieleden of Amerikaanse militairen uit Europa in het gebied van Operatie Market Garden, de operatie die leidde tot de bevrijding van Zuidoost Brabant. Nu, met email, gaat er geen dag voorbij of ik verzend en ontvang wel een of meer emails vanuit en naar Amerika. Maar die goed rekent kan vaststellen dat de jongens, die ons bevrijdden en nog leven, nu 80 jaar of ouder zijn. Velen zijn al gestorven, maar voor hen die nog leven, en zeker voor de gevallenen onder hen, houden wij de dankbaarheid en herdenking zoveel mogelijk overeind.Hoek zuid-parallellweg/Hoofdstraat. De agent die het verkeer regelt kende iedereen als “Pliesie Janssn” (Fotocollectie: Anneke van Bokhoven/Dupré)
Ook in Mierlo Tijdens mijn veelvuldige bezoeken aan Amerika, maar ook als ze hier zijn, praat ik vaak en urenlang, soms tot diep in de nacht, met generaal tot soldaat over hun lotgevallen in Normandië, Zuidoost Brabant en de Ardennen. Zo herinner ik me nog levendig het verhaal van parachutist Tony Garcia (San Fransisco) over zijn tijd in ons gebied. Om een indruk te krijgen van de Duitse dreiging op de corridor werden verkenningsgroepjes para’s uitgestuurd. Tony en zijn groep kwamen (in 1944) op die manier in Nuenen. Tony: “Plots zei een van de wat beter opgeleide jongens, weten jullie voor welk huis je staat”. “Geen idee”, was ’t antwoord. “Well, dit is het huis van Vincent van Gogh”. Tony: “Ik herinner me nog goed dat ik vervolgens vroeg, en wie in hemelsnaam is Vincent dan?”. “Ook herinner ik me nog prima dat een ander groepje verder trokken naar een dorp, genaamd Mierlo”, aldus Tony Garcia.Bijna een halve eeuw lang vonden de herdenkingsfeesten plaats bij het monument aan de Willemprinsenstraat. Niet iedereen was er gelukkig mee toen bekend werd dat St Joris en de draak zou gaan verhuizen naar de kasteeltuin. Uiteindelijk kreeg het beeld een nieuwe locatie in de omgeving van de St. Jozef gedachtniskapel in het Hortensiapark, waar op 27 september 2004 de bevrijding van Helmond werd herdacht. Op 4 mei a.s. vindt opnieuw de nationale dodenherdenking in het Hortensiapark plaats. Er is weinig geschreven over Amerikaanse parachutisten die in Mierlo zijn geweest. Wel staat in de Mierlose gemeente-archieven vermeld dat Mierlo (tot 1968, behoorde ook Mierlo-Hout, mijn woonplaats, tot Mierlo) is bevrijd door parachutisten van de Amerikaanse 101ste Airborne Divisie. Maar ook dat wist ik pas nadat ik lid werd van de Airborne-vrienden. Sommige dingen zijn kennelijk voorbestemd. Ik weet dat enkele Mierlonaren (waaronder familie van der Vleuten) de namen kennen van deze para’s, maar niet weten wie daarvan nu (na 60 jaar) nog in leven zijn. De zeer aimabele en onvergetelijke Mierlose dokter Kersemakers (wie kent hem niet?) heeft van die para’s zelfs een film gemaakt die nog bestaat. Ik ben erg bevriend met de historicus van de divisie en ik beloof uit te zoeken wie nog in leven zijn. Van die zoektocht doe ik dan verslag in de Loop, maar dat is niet in een paar weken te doen. Voor 5 mei zal niet meer lukken…Maar zoals we nu inmiddels wel allemaal weten, heeft de redactie (gelukkig) te kennen gegeven, ook na die datum gewoon door te gaan met het publiceren van de oorlogsgeschiedenis. Daar is het immers interessant genoeg voor… In dit geval mag ik dus zeggen: “wordt vervolgd” .