Met behulp van indrukwekkende verhalen, foto’s en andere documentatie schuiven we stap voor stap door alle delen van deze streek en ontmoeten daarbij ondermeer mensen die zich deze geschiedenis nog herinneren als de dag van gisteren. Het verhaal over de oorlog en bevrijding heeft reeds na een aantal afleveringen bij diverse lezers de aandacht. Opvallend is vooral ook het aantal reacties van jongeren die deze terugblik naar de jaren “40-45 elke keer opnieuw met veel interesse doornemen.
In de redactie en samenstelling van deze geschiedenis wordt het ons nog gemakkelijker gemaakt door de behulpzaamheid van ouderen. Met een steeds groter aantal wordt ingespeeld op dit onderwerp waaraan iedereen graag een steentje bijdraagt. Reden genoeg om voorlopig nog door te gaan met steeds een nieuwe aflevering in de geschiedenis van oorlog en bevrijding. Wij van weekblad De Loop, zijn dan ook bijzonder verheugd wanneer u een steentje bijdraagt. Een woord van dank is zeker op zijn plaats, voor iedereen die deze geschiedenis aan ons en aan de vele lezers toe vertrouwd!
Zondag 17 september 1944. Ik woonde samen met mijn vrouw sinds 20 juli 1942, onze trouwdag, bij mijn oom en tante boven in de Marktstraat. Al ruim een week hadden de Duitsers hier drie afgedankte voertuigen neergezet op het toenmalige kermisterrein, schuin tegenover waar wij woonden.De kinderen uit de buurt speelden veel op deze voertuigen. Op deze dag had ik met mijn schoonvader, die veel vogels had, afgesproken om miereneitjes te gaan halen uit mierennesten die zich in de buurt van het Beuven in Lierop bevonden. Wij gingen hier op fietsen met volle banden om half twee naar toe.Tussen Lierop en het Beuven gekomen, vlogen er zo veel vliegtuigen in het luchtruim dat we toch een beetje angstig werden. Uit deze vliegtuigen werden zilveren papieren strookjes gegooid, waar die voor dienden, wist ik niet, doch later hoorde ik, dat dit was om de Duitse radar te ontwrichten. We namen het besluit om terug te keren naar de Marktstraat.
We waren net boven toen twee Engelse jachtvliegtuigen op die Duitse voertuigen begonnen te schieten. De kogels gingen boven door het dak van ons huis, dus wij met zijn drieën zo vlug mogelijk naar beneden. Mijn vrouw had een paar klompschoenen aan, zoals die toen genoemd werden. Van deze klompschoenen werd de houten zool bij klompenfabriek van Vlerken gemaakt en gekocht. Men borduurde een stevig lapje stof met bloemen, dieren of andere figuren, dit werd aan de zijkanten van de houten zool vastgespijkerd en zodoende werd de klompschoen gevormd. Bij het naar beneden gaan werd op de trap een klompschoen van mijn vrouw achter aan de hak door een kogel getroffen. Gelukkig dat niet de voet werd geraakt. Ze heeft deze klomp nog jaren bewaard als souvenir, maar uiteindelijk heeft ze hem opgestookt. Wij de tuin in, waar ook mijn oom en tante al waren. Na een kwartiertje waren de vliegtuigen verdwenen en durfden wij weer naar boven te gaan. Wij schrokken toen wij weer boven kwamen. Er stond een kastje wat door verschillende kogels was getroffen. In dit kastje lagen babykleertjes en luiers opgeslagen( want ons eerste kindje werd verwacht), deze spullen lagen allemaal te smeulen. Ik gooide er gauw water overheen zodat het niet kon gaan branden, doch de spullen waren niet meer te gebruiken. Mijn schoonvader keerde naar huis terug want die woonde op de Houtse Parallelweg in Helmond. Het was maar goed dat er tijdens het schieten geen kinderen op de Duitse wagens aanwezig waren, anders waren er zeker doden gevallen, dit was toch een geluk bij een ongeluk. Wij konden ook niet meer boven blijven wonen, want wij keken zo door de kogelgaten in het dak naar buiten. Wij gingen bij mijn ouders in de Brugstraat slapen.
Na de landing op de Soniuswijk in Son, trokken er ook enkele Amerikaanse para’s van de 101ste Airborne naar Mierlo. Hier gefotografeerd op 19 september bij de verbandpost.
Dinsdag 19 september dachten we dat we bevrijd werden, Amerikaanse parachutisten kwamen als het ware schoorvoetend Mierlo binnengeslopen op bruine leren laarzen met gummizolen, wat een verschil met het laarzengekletter van de Duitsers, waar we in die vier jaar aan gewoon waren geraakt, dit geluid was zo sterk dat we er met name ’s nachts wakker van werden. Ik geloof dat ze ze net over het kanaal zijn geweest en weer omgekeerd en of dit was vanwege de tegenstand van de Duitsers is mij niet bekend.
Wel was het zo dat de dag erna, ’s woensdags, de Duitsers weer in het dorp waren. Mijn ouders vonden het in de Brugstraat ook niet meer veilig en zijn we allen naar de familie Daans in Loeswijk gegaan. Dit waren bevriende kennissen van hen en een broer van mij ( toen onderduiker) had verkering met een dochter van hen. Donderdagavond 21 september zagen we in Loeswijk de Engelse tanks, steeds schietend, vanaf Overakker Mierlo binnentrekken, naar men toen zei, namen ze de spoorlijn in Mierlo-Hout en Helmond onder vuur en aan die spoorlijn aan de Houtse Parallelweg, zoals eerder vermeld, woonden mijn schoonouders, dus mijn vrouw vol spanning.
Toen mijn vader vrijdagsmorgens om een uur of negen naar de Brugstraat ging kijken hoe het daar was, stonden mijn schoonouders en het gezin dat naast hen woonde, al aan de deur om te vragen of ze niet in het huis van mijn ouders mochten blijven, omdat het langs de spoorlijn te gevaarlijk was. Ze hadden die nacht dan ook geweldig in spanning gezeten en in hun tuin was zelfs een perenboom door een granaatscherf door midden gekliefd. Mijn vader gaf de sleutel van het huis aan hen en zij konden hun intrek nemen. Mijn vader weer in Loeswijk aangekomen, dit alles verhaald en toen ik weer met mijn vrouw naar de Brugstraat. Het was een blij weerzien.
Zodoende was Mierlo twee keer bevrijd. nl. op 19 en 21 september.Op maandag daarna zijn mijn schoonouders weer naar de Houtse Parallelweg teruggekeerd want Helmond was intussen ook bevrijd. Mierlo was dus wel vrij maar een echte vreugdestemming was er niet, want op den Brand was een granaat op een schuilkelder terecht gekomen en alle inzittenden, naar ik meen tien, vonden de dood. En verder ging de strijd. In de Peel werd nog hevig gevochten en aan beide zijden vielen nog vele doden, ook onder de burgerbevolking, door de bombardementen van de Duitsers, voordat op 4 mei 1945 de algehele overgave van het Derde Rijk volgde en Nederland was bevrijd.
Erg bekend was Jantje Keunen. Van onze bevrijders kreeg hij deze actuele editie van de Engelse krant; Daily Epress in handen. In Mierlo had Jan nogal bijnamen; Jantje de Koekoek, Jantje Kuntje, Jantje de Mus. Of hij Engels lezen kon? Op de voorpagina staat in elk geval de tekst: “17 MILES ON: DEMPSEY IS NEAR GERMANY” (Fotofragmenten uit de film van Dokter Kerssenmakers)